Terug naar de Brionnais

10 juli 2021

De Brionnais 

In de nalatenschap van mijn vader trof ik een klein boekje aan over de Brionnais. Mijn moeder heeft voorin geschreven ‘Montceau 25 juli 1968.’ Ik was toen negen jaar oud. We waren in de winter net teruggekeerd uit Malawi en nu vierden we alweer vakantie in de Brionnais. We kampeerden bij de ‘gravin’ in Ozolles. Net als 5 jaar eerder. Beide vakanties kan ik me nog herinneren, maar de kerkjes van de Brionnais helemaal niet. En toch, ze staan allemaal onderstreept in dit boekje dus we moeten er geweest zijn.

In Varenne ‘lÁrconce, waar we elke keer uitgebreid zingen. Ik ga er altijd heen omdat het zo prettig verwaarloosd is, je komt er nooit een mens tegen, we hebben het helemaal voor onszelf. Anzy-le-duc daarentegen is heel toeristisch, vanwege zijn prachtige kapitelen (denk aan de ‘acrobaat’). En voor al die toeristen heeft het als enige ook een cafeetje voor deur, dat slaan we niet over.

Varennes l’Arconce

En mijn meest geliefde kerkje, Bois Sainte Marie is vlak bij onze vroegere kampeerplek. Maar de schoonheid ervan is misschien niet iets voor kinderen. Hoe het zonlicht valt in het koor, hoe de boventonen betoverend mooi klinken, hoe Maria aandachtig luistert. Dat heb ik als kind natuurlijk niet meegekregen.

Bois Ste Marie

En dan natuurlijk de picknick aan de Arconce. Het was een van de keren dat mijn vader er nog bij was, (dat hij nog kon ‘functioneren’) dat we de meest geschikte plek om te picknicken vonden. En vervolgens zijn we daar elke keer heengegaan. De Arconce ruist, stroomt langs en de watermolen denkt weemoedig terug aan betere tijden.  

Dit jaar gaan we –sinds 2004–voor het laatst. Een bedevaart, gezang ter ere van de gewijde plaatsen, een zacht klinkende groet als afscheid.

‹ Vorig bericht Volgend bericht › Overzicht